Verschijnen in woord en beeld

Het was een bijzondere week.

Leonard Nolens is 65 geworden. Woensdag 25 april vierden we dat met achthonderd mensen in de Bourla. Een 25-tal collega schrijvers hadden een gedicht geschreven voor deze speciale gelegenheid. En acht acteurs lazen voor uit zijn dagboek. “Leon” sloot af met een stuk of wat gedichten uit “Manieren van leven”. Uitgegeven ter gelegenheid van. De geur van de drukinkt vulde de zaal.

Een koppigaard die Nolens. Van het soort dat ik graag mag. Hij trok zich terug om te schrijven. Iedere dag opnieuw, van 10.00 tot 16.00 u. Tegen beter weten in en wars van alle goede raad.In stilte leverde hij het gevecht met het wit van de bladen. Opnieuw en opnieuw. Zonder talent gaat het niet. Talent op zich is niet genoeg. Het is ook strijden, het is ook werken. In een zone ergens tussen discipline en overgave in. Ervaringen, van welke aard ook, her-vormen in woorden en toegankelijk maken voor een vreemde ander. En toch ook weer niet teveel. De ander mag ook zichzelf nog ontmoeten in een gedicht. Dat maakt Nolens zo bijzonder: er is jij, er is ik, er is wij en er zijn zij.

Donderdagnamiddag rondgedwaald in de doeken van Per Kirkeby in Bozar. Zijn werken variëren van 1,5 op 2,5 meter tot 3 op 5 meter en gaan dan op wouden lijken. Geoloog, architect, filosoof van het leven ook, en zeker kunstenaar. Het eerste wat me pakte was het plezier, de vrolijke energie die door zijn doeken stroomt. Krachtig, wat donker soms. Vertrokken met figuren, overgegaan in kleurvlakken. Op mijn netwerk blijft de sfeer resoneren van zes doeken, die gebroederlijk naast elkaar hangen in een grote zaal: Winter I tot en met Winter VI. Meer winter kan een winter niet zijn. En minder ook niet. Per Kirkeby laat alles komen. De vormen en de kleuren. Hij doet twee jaar over een schilderij. In die tijd maakt hij er natuurlijk meerdere. Wanneer hij een mooie kleur heeft voor het ene, vult hij daarmee nog een doek aan dat al een tijd te wachten stond.  Het scheppingsproces voltrekt zich grosso modo tussen twee momenten: al zittende kijken en al staande schilderen. Per zit evenveel tijd naar zijn doek te kijken, als dat hij er effectief aan schildert. Het kijken lijkt dan wel een wachten – en attendant Godot?- en het schilderen is dan uiterst expressief en krachtig: de borstel wordt een zwaard. Dit kijken is teven seen luisteren, diep naar zichzelf. Daar ziet hij wat het doek nodig heeft. Schilderen is verandering, is metamorphosis, is overgaan naar het andere. Van beelden in het lege midden van de geest, naar kleuren op het doek.

Beelden en woorden. Vorm en symbool. Fenomenologie en analyse. Per en Leon.

Enkele dagen voordien, deden we een opstelling met Ward – natuurlijk is dit niet zijn echte naam. Ward is 75. We zagen op een uur tijd 50 jaar verlangen, liefde en strijd. Dit alles om het lot van twee families in Ward en Josefa- ook niet de echte naam –  te laten  samenvloeien. Ondanks de mooie kinderen is het niet echt gelukt om samen de bestemming te bereiken. Josefa kon onvoldoende “ontrouw” worden aan het gezin waarin ze was opgegroeid, waarin ze uit liefde de plaats van moeder opnam en zorgde voor broers en zussen. Zelfs na 50 jaar is ze innerlijk niet van thuis vertrokken. Symbiose noemt dat. Ward deed al het mogelijke om haar een nieuwe thuis te geven. In de opstelling kon Ward de verstrikking “echt zien”. En, voorbij de woede, het diepe verdriet en de onzegbare pijn,  een zielsbeweging maken en Josefa, met haar zussen en broers, insluiten.
En zo komt ze misschien nog vrij en bereiken ze samen de bestemming, die ze elkaar vijftig jaar geleden hadden beloofd. Eindelijk.

Wat een rijke week: liefde, verlangen, beelden en woorden.

Luisteren we nog even naar Leon:

Dag en nacht

Kom maar.
Kom bij mij.

En laten we ons samenleggen
En praten zoals de straten hun dagen verslapen.

Ook wij zijn gemaakt om elkaar te kruisen
En nergens uit te komen.

Ook wij zijn gemaakt om alle huizen
Van ons leven bijeen te houden in een reidans

Van deuren, hartvangende lasso
Van adressen.

Kom maar.
Kom bij mij.

En laten wij ons samenleven
en zwijgen zoals de straten ’s nachts hun werk doen.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *