Therapie wordt aangewend om te genezen, te helen, terug gezond te worden.
In essentie heeft het te maken met vrij worden. “vrij worden van”, om “vrij te worden voor”.
“Vivre enfin”, zeggen de Fransen. Eindelijk je eigen leven helemaal nemen.
Wanneer we niet volop kunnen leven – door een ziekte, een beperking, een psychische aandoening – zijn er vier gebieden aan te wijzen waarop “genezing” plaats kan vinden.
Ten eerste is er het lichamelijke. Voor fysiek lijden gaan we naar een dokter. Hij onderzoekt ons lichaam en kijkt wat er te sterk aanwezig is (bv. bacteriën) en wat het organisme nodig heeft (bv. magnesium). Hij adviseert ons bepaalde zaken niet meer te doen of andere juist meer te doen.
Een tweede gebied is dat van onze biografische persoonlijkheid: het persoonlijke lot. Ons leven begon bij onze geboorte en onderweg hebben zich allerlei zaken voorgedaan die ons sterker of zwakker hebben gemaakt. Het omvat ons bewuste niveau van denken, voelen en handelen. De fantasieën, de pijn, de waarden, de competenties, vaardigheden en “coping strategies” die hierbij horen. Er is ook sprake van het onbewuste: onbewust leren, onbewust falen, onbewuste angsten, onbewust geprogrammeerde reacties. We bevinden ons op het gebied van de persoonlijke psychologie. Door gesprek, zelfonderzoek, geestelijke oefeningen worden we vertrouwd met dit gebied en kunnen we gaan groeien. Wie het hier op eigen kracht niet meer kan, wendt zich tot een professional die “wetende” is op het gebied van de psyche.
De psyche is ook gevoelig voor de tijdsgeest. Ziektebeelden die veertig jaar geleden veel voorkwamen hebben nu plaats gemaakt voor andere: cvs, fybromyalgie, autisme-spectrum, add en adhd, … Suïcide en depressie blijven onze aandacht opeisen en zijn dan weer in omvang toegenomen. Dit brengt ons bij het perspectief dat er onbewust, ook iets als een collectief veld in actie is, dat nog moeilijker te situeren en te betreden is dan het persoonlijk onbewuste: het gebied van de familie, de gemeenschap, de etnie, de cultuur.
Dit is dan het derde gebied waarbinnen genezing zich kan voltrekken. De oude Griekse betekenis van “psuché” is ziel. Hier gaan we ervan uit dat er al een groot verhaal bestaat, voor dat wij erin geboren worden, en dat dit verhaal ons mede bepaalt: ons krachtig maakt of beperkt. En hier spreken we over een collectief lot. Ieders persoonlijke biografie is doordrenkt van dit collectieve verhaal, waarmee we onherroepelijk verbonden zijn. We dragen in ons de lotgevallen van onze familie met de bijhorende geheimen en gekte, de lotgevallen van onze grootouders die een halve eeuw geleden naar hier migreerden, het geweld van de kolonisatie en waanzin van de twee wereldoorlogen, met al zijn slachtoffers en daders. Velen van ons zijn vandaag nog verstrikt in lotgevallen van familieleden van toen. De therapeutische opdracht hier, is deze verstrikkingen, deze verborgen loyauteiten in beeld te brengen en ons op een gepaste wijze te her-verbinden, zodat ze ons kracht geven om ons eigen leven te leven.
Psychische moeilijkheden te boven komen vraagt arbeid: we moeten ons er van los werken. Wanneer dit niet (meer) op eigen kracht kan en klassieke middelen zoals lezen, studie, zelfonderzoek, gesprekken met intieme vrienden niet langer verbetering brengen, is het tijd om naar een therapeut te gaan. Sommige mensen gaan er heel ver in om het eigen psychisch lijden zelf te dragen. Zo ver dat er zelfs geen verlangen meer is om te leven, laat staan het eigen leven actief vorm te geven. Psychotherapie is dan een mogelijkheid om terug contact te maken met het zelfherstellend vermogen dat elk levend organisme in zich draagt. Van zodra dit vermogen terug is aangesproken of aangeraakt, kan de cliënt/patiënt de beweging naar de genezing vaak op eigen kracht verder zetten.
In onze gesprekken luisteren, spreken en raken we de cliënt/patiënt op het tweede en derde niveau. Vanuit een niet-oordelendende, respectvolle houding met een gepast evenwicht tussen afstand en nabijheid, met veel openheid en eerbied voor de onverwachte bijdrage vanuit niveau vier: het “veld van niet-weten”.
In onze familieopstellingen exploreren we samen met de cliënt/patiënt zijn/haar collectieve achtergrond en de remmende dynamieken die daar spelen. Voorbij de persoonlijke tragiek kijken we samen met hem naar diep in ons bewustzijn verborgen fenomenen die aan de basis liggen van de herhaling van niet-leven in families, groepen, bevolkingsgroepen en gemeenschappen en de vorm aannemen van een tragedie.
Dit alles vanuit een groot respect voor wat collega’s al hebben bijgedragen. We werken dan ook graag samen, zij het uiterst discreet. Lichamelijke en psychische zieken boeken vaak verrassend veel winst door een opstelling. Toch achten wij de huisarts belangrijker dan onszelf en dringen erop aan dat mensen zich door hem/haar laten volgen. Goede medicatie maakt psychisch lijden draaglijk, is soms zelfs noodzakelijk. Dan werken we graag samen met een psychiater. Wie in therapie is, neemt de beelden uit de opstelling mee en zet de gesprekken met de therapeut verrijkt verder.