Indignados of de kunst om waardig verontwaardigd te zijn.

 

De laatste maanden kwam ik in contact met drie organisaties. Ze maken alle drie op een eigen manier een moeilijke periode door. Het thema wat hen verbindt is onrecht en verontwaardiging.

De ene voorziening gaat doorheen een transformatieproces. De directeur is een tijd geleden overleden. Deze man heeft de voorziening jaren geleid.  En gaf ze haar vorm, structuur en cultuur. Samen met de mensen die er zolang werken – en gewerkt hebben. De directeur vervangen gaat niet vanzelf. Hoe competent de opvolger ook mag zijn. Deze voert een herstructurering door, die gezien maatschappelijke ontwikkelingen inderdaad al lang nodig was. Deze beweging dreigt wat te verzanden. Al snel blijkt dat de voorziening  nood heeft aan reflectie over haar ontstaan, haar “oersprong”en of ze nodig is en waar ze dan wel voor staat. Een bezinning over de leidende principes dus. Of anders gesteld, met de vraag: is dit idee, waar we toen voor stonden, en dat we toen onder deze vorm in de wereld hebben gezet, nog actueel? Is het nog levensvatbaar in onze tijd? Is het nog de moeite om ervoor te strijden?

In gesprek met stichter-voorzitter N. legde ik hem deze vraag voor. Bij wie anders moeten we zijn om het ontstaan en de levenskracht van deze organisatie te verstaan?  Zijn eigen missie in het leven was strijden tegen het onrecht. Hij had er zijn studie voor opgegeven toen hij 19 was. Dag en nacht werkte hij toen in de voorziening. Vele jaren. Onrecht en emancipatie waren de sleutelwoorden. Zij brachten meer dan dertig jaar lang energie, dynamiek en bezieling.
Op de man af vroeg ik hem of hij in deze moeilijke periode nog voorzitter wou blijven en de kar trekken. Hij repliceerde als volgt: “ja, ik wil dat nog wel een tijd doen, als deze fundamentele waarden aanwezig blijven”. Ik liet het even stil. Ik hoorde én zijn diepe verlangen en zijn vermoeidheid. Ik realiseerde me hoe hard het voor hem moest zijn toen ik verder ging met:  “Neen, dat is niet genoeg. Als je “ja” zegt, dan zeg je ja op het behoud van deze waarden en de strijd die erbij hoort en de prijs die hiervoor aan jou gevraagd wordt”. Toen werd het heel stil. Na een tijd zie hij: het is waar wat je zegt. En ja, ik ga er nog voor. Als hij neen had gezegd, moesten we iets anders doen.

Afspraak was een aantal kleine opstellingen te doen en zo de organisatie van alle kanten systemisch te bevragen  de verschillende dimensies te bekijken. Op basis van deze info werken we een proces uit dat de transformatie naar een krachtige, eigentijdse vorm mogelijk maakt, waarin de leidende principes duurzaam werkzaam kunnen zijn.
“Onrecht en emancipatie”, en de woede en verontwaardiging die erbij horen. Wat geven ze deze man waardigheid.

Ook de tweede organisatie maakt een moeilijke periode door. Overheidsbeslissingen, met wijzigende subsidiestromen tot gevolg, maken dat de financiële situatie nijpend wordt. Het voortbestaan lijkt te worden bedreigd. Vrij onverwachts wordt het contract van drie medewerkers opgezegd. Uiterst competente mensen. Algauw komt heel wat pijn van de laatste jaren naar boven.  Ondermeer: onzuiverheden in de structuur –  sommige medewerkers zijn aandeelhouder en andere niet; de directeur neemt zijn leiderschap niet op; een van de medewerkers wordt dan weer belangenvermenging met eigen freelance activiteiten verweten; enzovoort. Zowel oude als nieuwe koeien worden boven gehaald. Het betrokken team laat het hier niet bij en stapt naar de raad van bestuur. Deze zoekt opheldering: gesprekken met het team, gesprekken met de directeur. Ook andere afdelingen worden betrokken. Voor een van de mensen wordt het ontslag ingetrokken. De tweede houdt zich low profile. De derde gaat er echter tegenaan. Zij vindt haar ontslag onterecht. “Onrechtvaardig” zegt ze. En haar levensmissie is strijden tegen onrechtvaardigheid. Dus ook nu. Ze heeft een grote bijdrage gedaan bij de uitbouw van het team en een grote bijdrage gedaan bij de opbouw van de excellente reputatie van het team. En dan zo ontslagen worden. Ze is één en al verontwaardiging. In een exit gesprek met leden van de raad van bestuur geeft ze een scherpe analyse van wat de laatste jaren fout gaat in de organisatie. De bestuursleden luisteren met veel aandacht.  Ondanks dit alles (of dankzij) blijft haar ontslag behouden.

Wanneer een organisatie een crisis overleeft, dient er vaak een prijs te worden betaald. Dat is hier niet anders. Een interessante vraag hier is wie dit moet doen?  In deze situatie lijkt het erop dat degene die voor rechtvaardigheid strijdt, degene die uiteindelijk moet gaan. Op het eerste gezicht vreemd en ja, ook onrechtvaardig.
Vanuit het systemisch perspectief zijn hier wel wat kanttekeningen bij te plaatsen. Zo is er die schitterende medewerker die zich aandient als offer en dan ook geofferd wordt. Jammer van twee kanten. Van haar kant is het ongepast dat zij het offer op zich neemt. Van de kant van de organisatie is het ook niet gepast een medewerker te offeren die een grote bijdrage heeft gedaan.
Verder is er de vraag of er sowieso een offer nodig is. Kan de prijs betaald worden zonder dat iemand hoeft geofferd te worden? En erger nog, gaat het offeren van medewerkers zich als een patroon installeren om de echte oplossingen te vermijden?

In een derde organisatie heeft een van de medewerkers zichzelf van het leven benomen. Compleet onverwachts. Het kwam als een donderslag bij heldere hemel. De collega’s staan als aan de grond genageld.
Niets dan lof over de overledene: een schitterende begeleider, geïnspireerd, met een grote deskundigheid. Je kon steeds om advies vragen. Hij stond heel dichtbij zijn cliënten en werd door ieder zeer gewaardeerd.
De collega’s spreken over iemand die gedreven is door de innerlijke opdracht de wereld rechtvaardiger te maken, zodat deze voor ieder en betere plek is om samen in te leven.
Natuurlijk gaat er een verhaal aan vooraf, maar op een dag werd het hem op de een of ander manier teveel. Hij kon niet meer leven. De opdracht werd te groot. Familie, partner, kinderen, collega’s en vrienden, allen blijven met een lijk achter.

Alle drie de situaties zijn veel, veel complexer dan hier met deze weinige regels weergegeven. En het is ook niet de bedoeling om ze in hun volledigheid te beschrijven en te analyseren. Wat ze gemeen hebben is verontwaardiging. Een verzet tegen wat er wel is en niet is en een strijd voor wat er eigenlijk zou moeten zijn. Strijden tegen onrecht heeft met verontwaardiging te maken, en verontwaardiging met woede.

In de strijd voor “dignitas”, waardigheid, wordt onze woede onze bontgenoot. Kijken we naar de gang van zaken op onze planeet – ecologie, noord-zuid, gezondheid, spiritualiteit – en naar hun verschijningsvormen in onze nabije omgeving, dan hebben we verontwaardigden nodig om een en ander te stoppen, te keren.
Indignados. En de één doet het al “meer gepast” dan de ander. Voor allen heb ik veel respect. Zelf wil ik ook bij deze groep horen, en samen de kunst leren van het  “waardig verontwaardigd zijn”.
In verbinding met een groter geheel een indignado zijn.

Opstellingen gaan ondermeer over verontwaardiging, waardigheid, verbinding. We werken zaterdag 15/12 in de Speelhoeve, van 09:30 tot 17:00u. Getriggerd om kennis te maken, om bewogen te worden en misschien wel een nieuwe  beweging te maken?  Mail of bel ons even. Van harte welkom.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *