Familieopstellingen 20 april 2024
Zaterdag 30/3 zag ik de reportage van Rudy Vranckx op tv “surviving Gaza”. Ze greep mij danig naar de keel. Wat een verwoesting, wat een ontmenselijking. We mogen hier wel van een genocide spreken. Een moord op een volk: mannen vrouwen, ouderlingen, kinderen…. Ik was er helemaal niet goed van. En had er vooral last van dat ik niets kan doen om dat daar te laten ophouden. Stel dat mijn buurman zijn vrouw of kinderen zou toetakelen en ik de politie zou bellen, dan zou die snel tussenkomen en het euvel beëindigen.
Maar hier in Palestina kan de wreedheid gewoon zijn gang blijven gaan. Onder het mom van diplomatie is dit hier al een half jaar aan de gang…
Hamas doodde 1200 mensen bij hun aanval. Ook wreed en onmenselijk. Ondertussen zijn er al 30 keer zoveel doden in Gaza…
Ik geraakte moeilijk in slaap.
Diezelfde zaterdag las ik in de standaard een citaat van Koenraad Tinel, onze onverwoestbare beeldhouwer, die met Pasen 90 geworden is: “ik heb gelijk nog geen goesting om weg te gaan. Al ben ik er wél elke dag mee bezig. Elke dag denk ik aan de dood. Ik heb de leeftijd bereikt waarop een mens sterft. We moeten daar niet onnozel over doen. Ik besef dat. En dat besef spreek ik vaak hardop uit, ook als ik alleen ben. Want soms dreig ik het te vergeten”.
Zondag liep ik dan weer dit citaat tegen het lijf: “geschokt waren deze jager-verzamelaars toen ze begrepen dat ik de sterren niet kon horen. Eerst dachten ze dat ik een grapje maakte of loog. Toen ze zich realiseerden dat ik de sterren echt niet kon horen, concludeerden ze dat ik ziek moest zijn. Ze hadden met me te doen. Iemand die de natuur niet kon horen moest wel ver heen zijn”. Je vindt deze passage in een artikel in het tijdschrift Vruchtbare Aarde, citerend uit “De verloren wereld van de Kalahari” van Laurens van der Post, goede vriend van Carl Gustav Jung.
Verder kwam ik ook nog twee artikelen tegen waarin Slavoj Zizek geciteerd werd. Citaat 1: de wereld is niet meer te redden”; citaat 2 in de zin van “de wereld zal sneller ten onder gaan dan het kapitalisme””.
En dan is er nog het laatste essay in het mooie boekje “verschuivingen” van Stefan Hermans, waarin hij na een indringend overzicht van de verschuivingen die zich in onze cultuur de laatste halve eeuw hebben voorgedaan, schrijft over de hoop! Hij verwijst hier naar die goeie oude Ernst Bloch: “das Prinzip Hoffnung”. Mijn kennismaking met de filosofie op de Ufsia. Drie boekdelen.
Wat veel toch? Wat een veelheid komt op ons af. Wat een veelheid zuigt ons op. Wat een veelheid sleurt ons mee. En niet alleen veelheid. Ook verwarring.
Een verwarrende veelheid. Ze smijt ons naar alle kanten. Genadeloos. Ze rijt onze innerlijkheid en omgeving uit elkaar. Ze houdt van het gereutel van deze tijd.
En het is in dit klimaat dat we leven. En gezond zouden moeten blijven. En zin vinden. Wat een opdracht. Wat een opgave.
Een veertig tal jaar geleden – oude sukkel – kreeg ik van Remi mens een artikel van een zekere Claire Kebers, een psychologe die toen een column had in een of andere Waalse krant: “Témoignez de la vie”, van het leven getuigen. Zij is me altijd bijgebleven. Ze schreef over de “répétition”, de herhaling. Echt leven is uit de herhaling stappen. Ook al is die onbewust.
Vaak denk ik dat het vandaag nog meer nodig is dat we van het leven getuigen. Dat we zonder onze ogen te sluiten het goede koesteren, hoe breekbaar en klein ook. Iedere knipoog en iedere glimlach is een blijk van menselijkheid.
Intimi weten dat ik van de marge houd. Het echte leven voltrekt zich in de marge, in het kleine, het niet populaire, ver van het mediagenieke, van de identiteitsdrang…
Neen geef mij maar het kleine, het authentieke, het kwetsbare zoeken naar rechtvaardigheid, naar verbondenheid, naar echt leven.
Ik ben fier dat ik dit werk doe en op deze manier een bijdrage kan doen. In de marge.
Blij ook dat ik opstellingen mag doen en begeleiden. Heel intens en met de voeten op de grond. Heilige grond.
De laatste weken heb ik veel over bloesems gezongen. Over hun korte bestaan, hun sterven in de wind, het offer dat ze brengen voor de vruchten van de zomer.
De roze bloesems die zo schoon kunnen afsteken tegen het frisse blauw van en hemel in de lente.
Getuigen van nieuw leven, getuigen van leven en sterven…
Tegen alle veelheid en verwarring in,
zo schoon, dat roos tegen dat blauw.
Zo krachtig die kwetsbare bloesems die “de razende liefde voor het leven uitschreeuwen” (nogmaals Koenraad Tinel).
Wil je ook van het leven getuigen zaterdag 20 april?
Laat even weten of je bij kan zijn (johan.smets@huisvanverbinding.be).
Koffie en thee om 0900u. We starten om 0930 en werken wellicht tot 17.30
Van harte welkom.
Riet en Johan
Een reactie achterlaten