Een mooie zomer.
Halfoogst voorbij. De dagen worden merkelijk korter. De verkeersdrukte neemt zienderogen toe. Nog even spelen voor de kinderen en dan terug naar school. Enkele gebeurtenissen blijven nazinderen. Een kort relaas.
Diamantenbruiloft en moederdag
Einde juni was het de diamantenbruiloft van mijn ouders. Jos en Anna zijn 60 jaar getrouwd. De familie was er en ook nog heel wat vrienden. Fijn voor onze ouders. Zij waren heel gelukkig. Moeder verjaart einde juli, vader midden augustus. We vieren beide gebeurtenissen al jaren op 15 oogst. Met moederdag. De kinderen, de kleinkinderen en de achterkleinkinderen. Wie kan, komt. Vader en moeder zijn een eindje in de tachtig. Moeder worstelt al een aantal jaren met kanker. En vader worstelt met haar mee. Hij meer dan zij, zeggen we vaak in stilte. Mooi om hen te zien. Er is veel vrede over hen gekomen. Na toch een leven dat niet makkelijk was. Moeder uit haar diepste wens: de grootste cadeau voor haar is dat wij – de kinderen- het “samen” doen. En dit samen was nooit makkelijk is onze familie. Zowel niet in die van vader als in die van moeder.
Huis van verbinding. De naam komt niet zomaar uit de lucht vallen.
Worden onze (klein-)kinderen Grieken of Syriers?
De zomer liet ook de beperktheid van onze Europese humanitas en solidariteit zien. De Grieken werden op de knieën gedwongen. Een gang naar Canossa werd het in plaats van een zegetocht. Wie niet uitgesloten wil worden, volgt de regels van het spel. Ook als die niet duurzaam zijn en het “wij” niet ten goede komen. Het geprezen adagio van “People, planet and profit” is in se neoliberaal en niet vruchtbaar. Het schept geen voorspoed. Het ontwikkelt geen “wij”, geen “samen”. Wat “wij” in beginsel als zoogdieren wel zijn. We kunnen niet ongestraft voorbij aan het “wij”. Dit beperkt zich niet alleen tot bastion Europa. Ook buiten dit geopolitiek gebied worden we uitgedaagd. Duizenden mensen zijn onderweg om een beter bestaan te vinden. Over zee, over land. Er is Syrië en Irak; er is Oost Afrika. Nog steeds komen er mensen vanuit Afghanistan. Maakt het in wezen verschil uit of zijn nu als economische of humanitaire vluchtelingen gecatalogeerd kunnen worden? Kan je het hen kwalijk nemen naar hier te komen. Alternatief is “people, planet and prosperity”. Ieder hoort erbij. Er is voor ieder een plek. En de balans tussen geven en nemen is in evenwicht. En zo is er voorspoed voor iedereen.
Worden onze kinderen Grieken of Syriërs? Geen van beiden perspectieven is aanlokkelijk. En willen we dat? En zoniet, wat is dan goed om te doen? En met wie? Van egosysteem naar ecosysteem (http://www.ottoscharmer.com/publications/books).
Een bijdrage doen.
We hebben ook gewerkt tijdens deze zomer. Er was een boeiende driedaagse met Maggie Kline omtrent trauma, georganiseerd door de collega’s van de Onderstroom. En zoals vaak blijkt in de gesprekken met cliënten in de dagelijkse praktijk, gaan er onder klinisch gediagnostiseerde ziektebeelden vaak verdrongen traumatische ervaringen schuil. Maggie Kline is naaste medewerker van Peter Levine die aan de basis ligt van de Somatic Experience benadering. Zij bevestigt tevens dat trauma, net als het-niet-gerouwd- hebben, van generatie op generatie wordt doorgegeven. Iemand moet het stoppen. Vreemde symptomen, die we niet zomaar kunnen begrijpen, wijzen vaak in deze richting. Zowel in de spreekkamer als in de opstellingen brengt dit uitgangspunt veel heil.
Verder was er ook onze tweedaagse. Geweldig hoe mensen zich op korte tijd zo diep met elkaar kunnen verbinden. Wellicht heeft dat met het “delen” te maken. In opstellingen, schilderwerkjes, dialogen en stiltemomenten blijkt dat we zoveel meer gemeen hebben dan we verschillend zijn. “We are more equal than otherwise” schreef de Amerikaanse psychiater-psychotherapeut Harry Stack Sullivan begin de jaren 40 van vorige eeuw. Mens zijn is in relatie zijn. En nog boeiender wordt het als er vanuit dit “gemene” opnieuw naar het individuele gekeken wordt. Wie ben jij echt? Wie ben ik echt? En wie worden wij echt? Veel goesting om het volgend jaar opnieuw te doen.
Vorige week kon ik nog Stephan Hausner ontmoeten, voor een dag naar België gebracht door de collega’s van De open Cirkel. Hij is een van mijn belangrijkste leermeesters en het was bijzonder te zien hoe hij weer verder ontwikkeld is.
Uitgenodigd tot het Wij.
Stephan verwees naar de gesprekken die hij de laatste tijd heeft met de Duitse mysticus Thomas Huebl. Eén van zijn centrale thema’s is “transparante communicatie”. Nogmaals, wij kunnen niet voorbij aan het Wij. We kunnen ook niet voorbij aan ons lichaam, aan ons dierlijke lijf, aan alles wat onder onze neocortex werkzaam is. Hoe hulpeloos we in dit gebied ook geworden zijn. Zowel in de opstellingen als in de spreekkamer gaat het om het creëren van een ruimte, een holding space, waarin, met dit bijzonder wijze en eigenwijze lichaam, dit “wij” terug ervaren kan worden.
Samen, een belangrijk woord van moeder.
Huis van verbinding, vol beweging, midden in het tijdsgewricht waarin de bijdrage van luisteren, dialoog en opstellingen met de jaren groter lijkt te worden.
Contact nemen
Voor een gesprek maak je gewoon een afspraak, liefst voor 9 u ’s morgens of over de middag.
Voor opstellingen schrijf je in met een mailtje. We werken de zaterdagen 19/9, 17/10, 21/11 telkens van 09:30 tot ongeveer 17/00 u. Voelt het beter om vooraf een gesprek te hebben, maak dan even een afspraak.
Her-verbinden
Her-denken, her-danken, her-inneren.
Allerheiligen. Allerzielen. We herdenken familieleden, geliefden en mensen die een bijzonder plek hebben in ons hart . We gaan naar de plaatsen waar ze begraven werden. We brengen hen bloemen, of een kaars en we spreken met hen. Luidop. In stilte. Door dit te doen zeggen we: “ik zie je. Ik ben je niet vergeten, je hoort er nog bij, je hebt nog een plaats in mijn hart”. Iemand zien is de basis voor het eren. Je kan iemand niet eren zonder hem of haar te zien. Niet enkel met de ogen, ook met het hart.
Drie woorden in het gesprek met de overledene zetten een bijzondere beweging in.
Eerst is er “alsjeblieft”. Het gaat hier om een vragende, smekende gerichtheid op de ander: alsjeblieft, kijk naar mij”. Kijk naar mij kan dan betekenen: zie hoe ik eraan toe ben, help me, ondersteun me. Laat mij alsjeblieft nemen van je wat ik nodig heb, en wil mij dat geven. Als een vragen vanop de plek van het kind, naar de ouder toe.
Het tweede woord is “dankjewel”: dankjewel voor wat ik van je mocht nemen. Dankjewel ook voor wat je misschien wel hebt willen geven, maar niet kon. Dankjewel vooral voor wat mij kracht heeft gegeven om mijn leven, met het lot dat erbij hoort, te leiden. In het bijzonder ook dankjewel voor wat de ouders ook (niet) gegeven hebben. Zij gaven ons het wel belangrijkste: het leven. Soms is deze dankjewel de moeilijkste. Want in het nemen van ons leven, nemen we ook onze ouders en de prijs die zij voor hun leven en hun lot hebben betaald. Zonder oordeel.
Het derde woord is “ja”. Het kan een uitroep zijn, een sprong. Het is een vreemd moment. Het heeft iets van keuze en tegelijkertijd, als je het doet, is het ook vanzelfsprekend: ik neem mijn leven helemaal en ik geef er een eigen vorm aan. In alle vrijheid. Ik zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder – zoals Ramses Shaffy het bezingt – voor de tijd die mij hier gegeven is. En dat mag, meer zelfs, het is de opdracht. En door dit te doen eer ik jou en het leven, waarin jij mij vooraf zijn gegaan.
Deze drie woorden geven vrede. Zowel aan de overledene, die gegaan is, als aan jou, die blijft.
Allerheiligen, Allerzielen scheppen als ritueel een veilige ruimte om deze drie oerwoorden te spreken, om vrede en rust in het leven van de doden en de levenden te brengen. Soms schieten de diepgang en kracht van deze herdenkingsrituelen te kort om dit “ja” uit te schreeuwen. Vaak spelen er immers elementen die we niet weten, we niet kunnen zien. Geheimen verhullen de achtergrond van de overledene. Vaak kan het “ja” niet krachtig genoeg worden uitgeschreeuwd, het leven niet volledig worden genomen, omdat we onbewust in dienst worden genomen door een van de familieleden die ons vooraf is gegaan en door de lotgevallen van het leven, uitgesloten en doodgezwegen werd. Voor deze mensen werd dus niet gerouwd.
Het onbewuste familiegeweten laat dit niet toe, omdat de familie als geheel hierdoor verzwakt. Het zal alles doen om de uitgesloten personen aanwezig te brengen en hiervoor zelfs mensen uit latere generaties gebruiken. Wie zulks overkomt lukt er niet in zijn eigen leven in vrijheid te leven, met een vreugdesprong en al ja-roepend in het leven, zijn leven, te springen.
In ons onbewuste zijn deze mensen steeds aanwezig. In opstellingen wordt een ruimte geschapen waarin deze verloren, verdwaalde leden worden teruggehaald, waar ze gezien en erkend worden (re-membering). Zo kunnen aan de juiste personen de oerwoorden gesproken worden en de innerlijke bewegingen naar rust, vrede en levenskracht, kunnen voor de levenden worden aangezet. Herdenken, herdanken en herinneren. We worden vrij door ons te verbinden van wat afgesneden, uitgesloten, doodgezwegen was.
Wie geïnteresseerd is in deze bijzondere vorm van werken:
We werken op zaterdagen, een hele dag. Er is koffie, thee en water voorzien. Voor ’s middags breng je zelf je boterhammen mee. Ook pantoffels. Onthaal om 09.00 u. We beginnen om 09.30 en werken tot ongeveer tot 17.00 in de De Speelhoeve, Vremdese steenweg 237, Boechout-Vremde.
In 2014 werken nog op 22 november. In 2015 op 10/1, 7/2, 14/3, 25/4, 21/6, 19/9, 17/10, 21/11. Allen zaterdagen.
De zomertweedaagse vindt plaats op 30-31 juli.
Meer informatie vind je op http://www.huisvanverbinding.be/therapie/familieopstellingen-2015/.
Wil je komen kennismaken en de kracht van opstellingen ervaren als representant, of wil je zo een opstelling komen doen, stuur een mailtje.
Je bent van harte welkom.
Erna: moeder en dochter
Daar stonden ze dan in de opstelling: vier generaties vrouwen. Vier moeders en, tegelijkertijd, vier dochters. De mannen waren er ook bij. Zij het in de marge. Het was vooral een vrouwenzaak. Moeders die er niet konden zijn. Dochters die dan het werk van moeder gingen doen. Op vele vlakken. En op hun beurt als moeder te horen kregen: “je was er niet voor mij. Ik heb het allemaal alleen moeten doen”.
En dit dan ook, zoals Erna, op een schitterende wijze deden en doen. Competent, intelligent met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Gewoon buitengewoon. Zelfstandig en onafhankelijk en als kind van mei ’68, met grote idealen. Voor een betere wereld. Erna is een tijd in loopbaanbegeleiding. Zij heeft jaren met enthousiasme gewerkt. Ze is niets uit de weg gegaan. Zij betekende veel voor de medewerkers, de organisatie en de regio.
Maar de laatste jaren scheelt er iets. Na de directeurswissel kan ze haar plaats niet goed meer vinden. In het geheel niet. Zeker in relatie met de nieuwe directeur niet. De leidende gedachten van de eens zo veerkrachtige organisatie, zijn ver te zoeken vandaag. Zij doet nog veel voor haar collega’s. Dat houdt haar wat overeind. Te veel eigenlijk. Zij trekt nog een aantal projecten. Zonder haar zouden ze immers…
Maar de energie is weg, de zin is weg, liefde is weg.
“Lieve dochter, zei haar moeder tot Erna, het is zo moeilijk om in deze familie een dochter te zijn”. Dat zei een moeder die ook een dochter was geweest. In de opstelling zagen we dat ook zij voor haar moeder – en voor haar vader – had gezorgd. En dit, ook nu in de opstelling, nog steeds deed. En er kwam ook veel woede naar boven, bij de dochters. Tot de grootmoeder, moeder van moeder tussenkwam en zei: “Lieve Erna, dank dat je mijn werk overnam. Ik weet dat je het uit liefde deed. Maar lieve Erna, dat is mijn werk. Dat is niet aan jou. Want jij bent het kind, en zij is jouw moeder, en ik ben haar moeder. En als er aan jouw moeder moet gegeven worden, als zij iets nodig heeft, dan is dat aan mij om dat te doen. Een moeders geeft aan haar dochter en de dochters neemt van haar moeder.” De woede verminderde.
Langzaam werd Erna kleiner. En langzaam, stapje na stapje, kon ze dichter bij moeder komen. En toen ze dicht genoeg was kon ze zich omdraaien en op moeder leunen. En moeder leunde op grootmoeder en grootmoeder op haar moeder. Vier dochters die op hun moeder leunden. Eindelijk… Voor Erna was het een vreemde ervaring om achterover te leunen. Zij kon zich moeilijk overgeven. Zij heeft nog veel tijd nodig.
Neem de beelden goed in je op, zei Jonas. En zo eindigde de opstelling.
Meestal krijgt degene die een opstelling vroeg, ook nog huiswerk mee. Het is Johan die dit geeft. Erna kreeg heel moeilijk huiswerk mee: niet meer het werk van iemand anders doen. Thuis voor de echtgenoot en de grote kinderen, op het werk voor de directeur, de collega’s van de eigen organisatie en de collega’s van het netwerk. Vele momenten dus om innerlijk te zeggen: “dit is niet aan mij”.
Opstellingen hebben tijd nodig. Een patroon van vier generaties moeders en dochters zit in elke cel van het lijf. En het zijn de beelden uit de opstelling die het patroon losweken. Het proces vindt dan zelf zijn weg. “Lieve Erna, neem de tijd die je nodig hebt”. En nog een beetje meer. Want geven is voor jou makkelijker dan nemen.
Zaterdag 24 maart werken we opnieuw. Als je erbij wil zijn, jezelf toelaat om verrast te worden door de beelden van het verbindende veld, stuur ons een mailtje.
Gust
Een eind in de vijftig is hij. Zijn vrouw is al een hele tijd overleden. Het alleen zijn valt hem zwaar. Hij waagde zich al aan enkele relaties. Maar op de een of ander manier waren ze niet levensvatbaar. Hij ziet zijn dochter en kleinkind zielsgraag. Zij kunnen de leegte echter niet opvullen.
Integendeel. Hij is heel kwaad op zijn overleden echtgenote met wie hij bijna 30 jaar samen was. Woedend en wrokkig. Het vreet hem helemaal op. En juist dit kan hij zijn dochter niet zeggen.
Komt er nu een vrouw in zijn leven die alles anders maakt. En ook deze beloftevolle relatie, vol begeerte en verlangen, dreigt op niets uit te lopen. Dit zou te veel voor hem zijn. Gust is de wanhoop nabij. Zo heeft hij zich nog nooit gevoeld.
Na een drietal gesprekken met Johan besluit Gust om een opstelling te doen. Jonas begeleidt de opstelling. In de opstelling komt Gust tot een beweging naar zijn vader toe: hij buigt voor vader en dankt hem. Zo komt hij ook tot een andere relatie met moeder. Zuiver en warm. Ook bij zijn overleden echtgenote gebeurt er wat: zij wordt zachter en milder. Bij Gust gebeurt heel veel: opmerkelijk is hoe zijn adem dieper en rustiger wordt. Van binnen wordt hij helemaal rustig. Iedereen in de groep kan het zien.
Na drie weken komt Gust terug op consultatie bij Johan. Hij bleek zeven jaar aan een longaandoening te lijden en hiervoor medicatie te nemen. Toen hij na zijn opstelling naar huis reed, kon hij vrij ademen. De medicatie was niet meer nodig. En de beloftevolle relatie, daar zit swung in. Gust krijgt het gelaat van een dertiger wanneer hij dit vertelt.
Drie weken later het laatste gesprek met Gust. Hij is met zijn vriendin op weekend geweest. Ze doen vele dingen samen nu. Ze kunnen babbelen, vrijen en houden allebei van wandelen. Reuze. Hij leunt minder op zijn dochter nu. Dat is voor haar wat vreemd. Dat gaat hij met haar opnemen. In overleg met zijn psychiater heeft hij zijn antidepressivum afgebouwd. Zijn slaapmedicatie is gehalveerd. Over veertien dagen wil hij hier ook vanaf zijn. Vanaf nu gaat hij het op eigen kracht verder doen.
Wat niet gezegd is, vertellen we elkaar nog met onze ogen. Zo nemen we afscheid.
Energie door familieopstellingen: zaterdag 17 december
Eén december vandaag. Veel herfstwind is er tot nu nog niet geweest, laat staan storm. De herfstbladeren weifelen stil op de grond. Ook de dreigende luchten en de gure wind, blijven uit. Gisteren maakte ik nog een foto van een witte, bloeiende rozelaar. Het lijkt vreemd genoeg eerder lente.
De winter mag beginnen. 21 december is midwinter: de kortste dag, de langste nacht van het jaar. In de sjamanistische traditie staat de winter voor het noorden. Hoe meer we immers naar het noorden gaan, hoe korter de dagen en hoe minder licht. Oord van ijs, van winterslaap, van stilte, van alleen zijn, van rust. De tijd van het kiemen: een bijzonder proces tussen sterven en geboren worden. Tijd ook van verbinding met de voorouders en hun wijsheid, goedheid en kracht.
Zaterdag 19 november: Familieopstellingen omtrent een eigen thema
De herdenkingsdagen van de doden van 1 en 2 november liggen achter ons.
Goed dat die “feestdagen” er zijn. Dat het collectieve ons een vrije dag geeft
om te groeten en eren wie ons zijn voorgegaan.
Om hen vrede toe te wensen, om hen iets terug te geven wat bij hen hoorde
– zoals een geheim, of een last –
om ons te excuseren als we te trots waren
of te bedanken dat ze ons het leven hebben doorgegeven
en hiervoor een prijs hebben betaald.
Zaterdag is het weer zover: verassende ontmoetingen met het wetende veld
in de schitterende zaal van de speelhoeve.
Van harte welkom.
Jonas en Johan
Nieuwe data: Familieopstellingen omtrent een eigen thema
Eén zaterdag per maand werd er het afgelopen jaar vonden er familieopstellingen omtrent een een eigen thema plaats. Vol goede moet en vaak een beetje zenuwachtig brachten cliënten hun vraag in. Er werd gekeken, gehuild en bewogen.
Met de zomervakantie voor de deur liggen de familieopstellingen twee maanden stil. In het najaar zijn we weer terug, fris en klaar om te werken en te kijken naar wat het veld ons wil vertellen.
De data voor komend najaar zijn:
17 september
15 oktober
19 november
17 december
Inschrijven? Stuur ons een mailtje.
Jonas