“ben al vijf keer naar de doos geweest , joh”

Europese kampioenschappen voetbal 2012, 13 juni: Duitsland-Nederland. Ook nu weer  hangt er spanning en verrassing in de lucht. Voor en na de match wordt commentaar gegeven door Johan Boskamp.
Wie kan er in godsnaam meer Holland zijn dan hij. Dat leuke, platgebekt, rollende taaltje. Woorden die ons terug op straat brengen. Tussen het gewone volk, waar het voetbal ooit ontstaan is. Direct, ongekuist, ongezouten uit de buik, in zijn mond een beetje vettig ook.

In de pauze tussen Denemarken–Portugal en Duitsland-Nederland had hij een verse T- shirt aangedaan. Knal oranje. Toch wel, hij was zeer gespannen, heel nerveus. Hij was al vijf keer “naar de doos” geweest. “De doos?”, vroeg de reporter. Ja het toilet, verduidelijkte Johan. Heerlijk toch, zo’n door en door trouwe man in kleur en taal.
Waar ik zoveel van houd bij Jan, is, naast zijn, soms onverstaanbaar gebrabbel, de levenslust die op zijn gezicht staat, die deugnieterij, de vrolijke gretigheid waarmee hij in het leven staat. En die ontwapenende echtheid, in al zijn eenvoud. Om nooit te vergeten: dat ronde, lachende, beweeglijke hoofd,  boven die oranje schreeuwende borst.

Na het verdict waren de reporter en de tweede commentator druk in de weer om mathematisch en via de wetten van de logica  de voorwaarden te schetsen waaronder Nederland toch nog naar de volgende ronde zou kunnen gaan. Johan bleef er wat stil bij. Hij zie iets van “ik geloof dat het voorbij is”. Eenvoudig, direct, ergens van op een plek  diep van binnen. Even was hij een beetje stil. En dan kon jij weer guitig commentaar geven op de schone momenten van de match. Zijn landgenoten hadden er niet veel van gebakken, ze hadden niet gewonnen. Ze hadden wel een potje leuke voetbal gezien.

En inderdaad, onze noorderburen hebben het niet gehaald. Jammer. Ik had nog graag voor hen gesupporterd.

Een andere figuur die me intrigeert op dit kampioenschap is Christiano Ronaldo. Ik heb wat te doen met hem. Zoals ik hem daar zie lopen, één en al verwijt: naar de ploegmakkers toe, naar de scheidsrechter, misschien zelfs naar God. Als een pauw briest ie over het veld. Hoofd omhoog. Hoeft met de teamgenoten de eigen supporters niet te groeten, maar mag als een (eenzame) prins naar de kleedkamers stappen…
En het duurde nogal wat vooraleer hij tot scoren kwam. En wat een uitbarsting van ingehouden woede, wat een dierlijk haantjesgedrag toen het dan eindelijk gebeurde!

De media schrijven over hem als was hij een supermens, een man van een andere orde: een prototype van een volmaakt controleerbare bionische creatuur uit een science fiction reeks. Zelf kijk ik helemaal anders naar hem. Vragen die dan opkomen zijn: Wat speelt er toch dat zijn onwaarschijnlijk talent toch maar moeizaam naar buitenkomt ?  Wat is er nodig opdat dat vernietigende verwijt van zijn gezicht zou verdwijnen? Wat zou er dan gebeuren? Wat als de pauw een kip werd en samen met de ploegmakkers de supporters zou kunnen danken.

Volgens mij zou het talent dan vrijelijk kunnen stromen. Een beetje nederigheid, een kleine buiging is genoeg om een echt grote speler te worden… Het potentieel is er wel degelijk. Wat is er nodig om deze gepaste innerlijke beweging in gang te zetten?

Beste Christiano, ga bv. eens gezellig een biertje vatten met Johan Boskamp. Hij spreekt zeker ook wat Portugees.
En dat het verder voor iedereen een boeiend tornooi mag worden en jij mag schitteren voor wat je waard bent!  Ik kijk ernaar uit.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *