Ontbergen

Sfinks 2012. Zaterdagnamiddag in de clubtent. Stipt om 16u beginnen Kayhan Kalhor & Erdal Erzincan hun “concert”. Zij bespelen beiden een snaarinstrument. Kalhor een persische rebab, waarop je zowel kan tokkelen als strijken. Erzincan een turkse oud, een luit.

Stel je voor. Een grote tent. Mensen lopen in en uit. Hebben wat aan elkaar te vertellen. Brengen een pitta mee…
En de twee meesters zitten daar en spelen. Het is duidelijk een zoeken. In een eerste periode lijkt het alsof Kalhor de toon aangeeft en Erzincan moeite heeft om bij te blijven. En dan opeens, na een vijfendertig minuten, gebeurt er wat: twee muzikanten, twee instrumenten en een veelkoppig publiek worden op een of andere manier één. Ze gaan over in een grote beweging. De harmonie, de tijd, de afstand tussen het publiek en de meesters, verdwijnen en er dient zich iets nieuws aan, wat moeilijk aan te wijzen is omdat het aan onze gebruikelijke taal ontsnapt. Het heeft kwaliteiten als fris, oorspronkelijk, verbonden, tijdloos in het hier en nu, deugdelijk en deugddoend…  Je kan het fysiek gewaarworden. Het is levend en het leeft en alles maakt er deel vanuit. Wat is dat toch?

In het systemisch werk zouden we dit dynamisch gebeuren een veld kunnen noemen. Een veld waarin het potentieel van de werkelijkheid ontluikt, onthuld wordt. Het begon als een concert en transformeerde tot een wervelende dans, een ontmoeting. De spelers, het publiek, de muziek, alles kreeg iets van “bevlogen”, van “ontstijgen”.

Wat gebeurt daar nu eigenlijk? Interessant om te onderzoeken. Werd er een dorpel overgegaan? Werd er doorheen een poort gestapt? Een fysieke,  symbolische, of een  imaginaire zelfs? En wat was er bij de beide muzikanten, dat dit kon gebeuren, en wat bij het publiek? Was dit toevallig? Kon dit alleen dank zij de muziek – de luit is het voertuig van de ziel? Of speelde nog iets anders? Het gehele veld van het festival: de sfeer van ontmoeting, van hartelijkheid, van vriendschap?
Vragen waarmee wij in het systemisch werk graag aan de slag gaan. Wat we zeker terugvinden is “open mind”. Zowel de twee musici als de mensen die bleven, zaten daar met een open mind: alle zintuigen open voor wat is en komen kan. En met een “open heart”: het mag komen, laat het maar komen. Zoals beide muzikanten elkaars harmonielijnen en melodieën waarderen, aanvoelen, parafraseren, onderlijnen, aanvullen, completeren. En met een “open will”: de intentie om alles – ook het zelf –  los te laten om het nieuwe te laten komen, tegemoet te gaan, meer zelfs, deel te worden en op te gaan in deze wervelende dans van tegenwoordigheid, van zijn, die hier en nu geboren wordt.

In ons werk, in onze gesprekken met mensen, nemen we voor om ook deze weg te gaan: vertrekkend van ik-ik, via ik-jij (open geest en open hart), naar Wij (de collectieve wil, de collectieve intentie) om dan te komen tot duurzame co-creatie: die zaken doen en scheppen die bijdragen tot de vruchtbaarheid, levendigheid en veerkracht van het gehele systeem – persoon, gezin, familie, organisatie, groep …
Dit is wat Otto Scharmer het proces van “presencing” noemt. Dit proces kent grofweg drie momenten: zien, bewogen worden en in beweging komen. Naar ons concert toe: open mind en open heart maken het “zien” mogelijk, open will laat toe om “bewogen te worden” (in en door een groter geheel) en in het co-creëren komen we collectief  in “beweging”  – honger naar meer? Lees Theorie U, mooi uitgegeven bij Christofoor.

Mensen, organisaties die toelaten bewogen te worden door het grotere geheel, kunnen de dialoog aangaan tussen wat is en wat komende en ontluikend is, zij kunnen leren van het nu én van de toekomst.
Een vreemde gedachte: leren van de toekomst. Het bestaat echt. Er wordt wel verwacht dat we een dorpel oversteken of een poort door gaan, en dan is de toekomst niet langer verborgen, maar kan ze verschijnen.

“A-letheia”, aldus Heidegger: de waarheid die nu uit het verborgene naar voor treedt, die ont-borgen wordt. Als het beeld in de steen dat – wie weet hoelang – op de hand van Michelangelo heeft gewacht.
Ontbergen: een mooi woord voor wat in het systemisch werk in zijn geheel gebeurt en in een opstelling in het bijzonder.

Op 22 september zien we wat de opstellingen ons brengen. Er is nog één plaats vrij. Je bent van harte welkom.
Verder werken we nog op 20 oktober, 17 november en 15 december. Een mailtje, even bellen.

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *